‘Ik ben met voetbal in Ankeveen opgegroeid. Mijn vader voetbalde bij ASV en was daar later scheidsrechter en mijn broer voetbalde er ook. Van kleins af aan was ik te vinden op die club. Rond mijn 15e jaar ging ik met mijn vriendinnen naar SV ’s-Graveland. En daar werd niet alleen naar voetbal gekeken! De jongens leken leuker en waren met meer. Ik voelde er verbondenheid en heb er vele vriendschappen opgedaan.
Hoewel ik zelf nooit gevoetbald heb, maakt het supporteren van mijn man, 3 kinderen en andere teams mij enthousiast en daar beleef ik veel plezier aan. Daarnaast heb ik graag een aantal vrijwilligerstaken opgepakt; zoals in het begin jeugdleider van de F6 en de redactie van de Match, het geprinte cluborgaan. Dat aantal werd van lieverlee meer. Het geeft me veel voldoening, dat ik zo een bijdrage kan leveren.'
Wanneer zijn de contacten tussen jou en de club over de rol van verenigingsmanager concreet geworden?
‘Na de zomer is het balletje gaan rollen. Ik gaf aan mij te oriënteren op de arbeidsmarkt en vanuit de club werd de behoefte aan een verenigingsmanager gedeeld. De club groeit in meerdere opzichten en zal dat blijven doen. Er ligt veel werk dat gedaan moet worden en er zijn de nodige taken belegd bij personen en commissies, waar het eigenlijk niet thuis hoort. Er volgden meer gesprekken en die werden steeds concreter. Eerst met Koen Janmaat en later ook met Marc Degekamp. Uiteindelijk is toen de knoop doorgehakt. Ik ga de twee dagen, die ik al actief was voor de club verdubbelen naar vier.’
Zijn er bepaalde zaken waar je je in het begin op gaat richten?
Er zijn geen echte speerpunten benoemd. Wel is het zo dat we naar verplichte kantinediensten toegaan. Dat is in de laatste Algemene Ledenvergadering voorgesteld en als zodanig geaccepteerd. We hebben afgelopen half jaar daar al een begin mee gemaakt. Iedereen indelen en dan kijken hoe het uitpakt. Dat zal straks meer vaste vorm moeten krijgen en meer gestroomlijnd dienen te verlopen.
Ook op het gebied van de kantine zal gekeken worden naar een meer efficiënte bedrijfsvoering.
Verder kijken we in de beginperiode en misschien wel het hele eerste jaar waar we tegenaan lopen. En hoe we dan gelijk daarop kunnen acteren met structurele oplossingen.’
Met wie zul je in het begin veel samenwerken?
Dat zal vanuit het bestuur de voorzitter en de penningmeester zijn. En voor de interne en externe communicatie met het bestuurslid communicatie. Verder vooral met de vrijwilligerscommissie. En de kantinecommissie en de toernooicommissie, mede omdat ik er zelf in zit.’
Wat kenmerkt SV ’s-Graveland als club voor jou?
‘Zoals al eerder gezegd, voor mij is het thuiskomen, een tweede huis. Maar dat geldt uiteraard niet voor iedereen. Door op de zaterdag zelf en de dagen daaraan voorafgaand alles goed geregeld te hebben en een goede sfeer te creëren, hoop ik dat veel meer mensen zich thuis zullen voelen.’
Hoe zie je de samenhang tussen alle lagen in de club? Onderbouw, bovenbouw, senioren, veteranen, prestatief en recreatief?
‘Dat gaat goed nu, na de ingrijpende overgang van zondag- naar zaterdagvoetbal. Vorig seizoen waren er al een paar seniorenteams actief op zaterdag, dus we konden wennen. Maar dit seizoen ineens zes teams (incl. de O23) actief op de zaterdag. Het was even wennen in het begin qua organisatie, maar het gaat goed nu. Verder zijn de overgangen van pupillen naar junioren en later naar de senioren dingen om op te letten.’
Wat vind je van de communicatie, zowel intern als extern?
Voor mij is die goed genoeg. Ik volg alle media van de club. Maar of alle ouders bereikt worden, weet ik niet. Misschien kan door ouderavonden daarin een slag gemaakt worden. Ook tussen trainer/coaches onderling zit er verschil. De één reageert per omgaande op informatie en vragen; en licht de spelers (v/m) van zijn/haar team in. De ander doet dat niet of minder adequaat. Ook hierin is een slag te maken.’
Vind jij dat de club een maatschappelijke rol heeft?
‘Zeker! Bijvoorbeeld in deze periode. Alleen al als uitlaatklep. Als er tot bijv. 20:00 uur getraind kan worden, dat zou veel helpen. Vooral voor de jeugd en de 1/2e-jaars senioren.’
Hoe kan SV ’s-Graveland zich onderscheiden ten opzichte van andere clubs?
‘Wij zijn misschien wat dorpser en hechter. Dat zou je ook als valkuil kunnen zien. De ontoegankelijkheid van buiten, maar dat is niet zo. Spelers komen overal vandaan om zich aan te melden. Uit Hilversum, Bussum, Naarden, Ankeveen, Loosdrecht. Dus niet alleen Kortenhoef en ’s-Graveland. Er is door de grootte van de club en een goede verdeling van de elftallen over de verschillende leeftijdsklassen, over jongens/mannen en meiden/vrouwen, voldoende gelegenheid om op je eigen niveau te voetballen. Zowel recreatief als prestatief. Het kan altijd beter, maar veel dingen zijn hier goed geregeld. En tenslotte de accommodatie. Die is zeer aantrekkelijk.’
Hoe hybride gaan jouw werkzaamheden zijn?
‘Ik ga dit eerst aankijken. Op zaterdag ben ik hier sowieso. En ik probeer, ter voorbereiding op de zaterdag, er op vrijdag ook zoveel mogelijk te zijn. Verder zullen er de nodige avonden op de club doorgebracht worden voor overleg met het bestuur, commissies en anderen. De rest zal ik veelal vanuit huis doen.’
En nu de hamvraag. Wat is je favoriete nummer in de TOP2000?
Nr. 20 – Miss Montreal: Door de wind
Dankjewel Natascha, we wensen je veel succes!
